Belofte voor de toekomst

Belofte voor de toekomst
Promessa para o futoro
YESSS – het is gelukt, we hebben maart gehaald. De sneeuw en het ijs hebben hun langste tijd gehad. Hopelijk geldt dat ook voor ‘hoog water’, want het is gevoelsmatig zo ontzettend tijd voor een warm zonnetje!
Hier in Limburg zijn de eerste buitenritjes al gemaakt. We kijken reikhalzend uit naar nieuw groen in het bos. Tegelijk zijn ook op sportief vlak alle voorbereidingen voor het groene seizoen in volle gang: we hebben immers straks een Lusitano Dressuur Kampioenschap, het EK MCI in Nederland en ook weer een schitterend WE kampioenschap voor de boeg?!
Dan is er ook de practische kant van het paardenhouden wat aandacht vraag: land vlakken, mesten, zaaien en soms ook maaien. En voor de fokkers: de buiken van onze trotse mama-paarden groeien gestaag. Zo spannend wat voor baby’s er zullen komen!!!
De jeugd heeft de toekomst – fokbeleid op ‘belofte’
Elke fokker heeft in zijn/haar hoofd wel een beeld van hoe de nieuwe baby(‘s) eruit zullen zien. In het uitzoeken van een geschikte combinatie tussen hengsten en merries, is die beeldvorming alles bepalend. Elke fokker heeft daarin zijn/haar eigen aandachtspunten. Vaak worden fysiek minder wenselijke punten van de merrie ‘verbeterd’ met een tegenhanger daarvan aan de kant van de hengst. En als we het over de Lusitano of andere raspaarden hebben, zijn raskenmerken daar ook een onderdeel van. Deze uiterlijke kenmerken geven niet alleen een verwacht mooi en edel voorkomen aan de jonge aanwas, ze zeggen ook iets over het atletische vermogen en het te verwachten talent voor bepaald gebruik van de spruit.
Dit is allemaal gebaseerd op en gecalculeerde verwachting: de mix van de ouders “belooft” wat. De mate waarin die belofte bewaarheid wordt, is echter vervolgens van zowel epigenetica als van opvoeding/training afhankelijk (L.J. Hofland, 2023).
Epigenetica – belangrijke kennis voor de fokker
Epigenetica is een onderwerp wat de laatste tijd steeds meer aandacht vraag. Het geeft ons namelijk inzicht in hoeverre onze hoop en verwachting voor een jong paard ook daadwerk verwezenlijkt kan worden. En het geeft ons inzicht in de aspecten waarop wij als fokker en eigenaar dan ook weer invloed op uit kunnen oefenen. Epigenetica is de leer die beschrijft hoe omgevingsfactoren de programma’s in onze genen beïnvloeden in het wel of niet tot uiting komen (biologielessen.nl, 2012-2024). We kunnen hierbij onderscheid maken tussen gunstige en de ongunstige factoren die invloed hebben op de epigenomen (de stofjes die de genexpressie regelen).
Gunstige factoren verbeteren de werking van de genen. Voorbeelden zijn: voldoende lichaamsbeweging, voeding, een gezonde leefomgeving, en een gezonde emotionele gesteldheid.
Ongunstige factoren benadelen de werking van de genen. Voorbeelden zijn: chronische en belastende stress, slechte voeding, gebruik van medicatie, chemicaliën in de leefomgeving en onvoldoende beweging.
Dus er vindt dus ook nog herprogrammering van de epigenomen plaats na innesteling. En dan komt daar bovenop nog de invloed van buitenaf op die epigenomen, door de omgevingsfactoren.
Voor het embryo is de leefomgeving de eerste elf maanden de baarmoeder van de merrie. Of dit nu een draagmoeder is of niet, ondervindt de merrie stress in termen van voedsel of spanning in de huisvesting, dan heeft dat gevolgen voor het veulen. Voeding tijdens de dracht beïnvloedt bijvoorbeeld het aantal spiervezels en het type spiervezels van de nakomelingen (Paard en Weten, Juni 2016). Hier wordt hun vermogen om atletische prestaties te leveren dus beïnvloedt.
Management van de merrie tijdens de dracht is dus een grote opdracht voor fokkers om de belofte van hun ‘mixje’ zo waar als mogelijk te krijgen.
Fokkers die overwegen om een draagmoeder in te zetten, hebben hier dus nog een extra uitdaging. Want de mentale en fysieke gesteldheid van de draagmoeder en haar leefomgeving zijn dus ook van zeer grote invloed op ‘het bakseltje’.
Leefomgeving is niet alleen voeding, ook opvoeding!
En dan zijn de 11 maanden voorbij en komt het veulen hopelijk goed ter wereld en wordt het goed ontvangen door de moeder. Nog steeds zijn dan de lessen van de epigenetica van kracht. Een tekort in voeding bij moeder en kind zullen ontegenzeggelijke consequenties hebben voor de (sportieve) toekomst van het veulen (Blauwe Hengst, 2022). En zo kan onder invloed van de bodemgesteldheid, een paard zonder erfelijke aanleg voor beengebreken er super veel last van hebben in de praktijk en een paard wat er wel veel aanleg voor heeft juist weer helemaal niet.
De wijze van opvoeding gaat dan ook een rol spelen, dat is immers ook een omgevingsfactor?!
In de kuddes Yeguada la Perla, waar mijn paarden vandaan komen, hebben we dit expliciet mogen ervaring bij de wisseling van het management. Tijdens het opgroeien van mijn oudste paard, werden de kuddes zoveel mogelijk met rust gelaten en was er niet tot nauwelijks bezoek en aanraking van mensen in de eerste jaren van hun leven. De mate waarin deze paarden zich uiteindelijk toevertrouwden aan de mens, verschilde enorm van paard tot paard (onder invloed van mama en van de omgeving waarin ze terecht kwamen) en bleek uiteindelijk daarmee ook bepalend voor de mate waarin ze tot de prestaties kwamen in de takken van sport waar wij ze als mens toe uitnodigden. Na de wisseling van het management, werden de paarden vaker bezocht, de merries kregen meer vertrouwen in de mens en de veulens zijn nu af en toe ronduit brutaal richting de mens.
Dit heeft ook consequenties voor de wijze van trainen wanneer ze aan het werk moeten. Daar waar we de eerdere jaargangen echt vertrouwd moesten maken met de mensen en onze gebruiken, gaat het nu vooral om grenzen stellen. Een hele andere benadering, maar evengoed uitdagend.
De belofte kan je dus mede zelf waarmaken!
Voor de fokkers onder ons, is bovenstaande niet nieuw waarschijnlijk, maar ik hoop wel dat het jullie moed geeft. Want jullie kunnen dus jullie merries helpen om een prachtige nakomeling op de wereld te zetten. En voor de paardenhouders en -gebruikers onder ons, hoop ik, dat bovenstaande een beetje extra respect voor de fokkerij heeft opgeleverd en een beetje meer inzicht in waarom er zoveel aandacht wordt besteed aan deze discussie. Het is dan ook niet de fokker alleen die bepaalt of jij een ‘topper’ op stal krijgt. De fokker legt de basis voor deze ‘belofte voor de toekomst’ – jij als bezitter mag het vanaf het moment van ontvangst verder waar gaan maken.
Ik wens jullie allemaal een prachtig veulen- en dekseizoen toe en wens jullie veel wijsheid in het maken van vele keuzes die er te maken zijn. En ja, komende zomer zal ik weer mooie foto’s in de kuddes maken. Op de hoogvlaktes laten we de veulens iets later geboren worden. Afgelopen week toen het bij ons in Nederland opeens voorjaar leek te worden, kwam daar een ontzettende sneeuwdump. We verwachten de eerste veulens daarom pas vanaf half april!
Leonie Büllmann, midden tussen haar fokproducten